Tentoonstelling “New Mother Sculptures” in het Cobra Museum was een verassende kunsttrip!
Je kent het wel, zo’n middag waarin je denkt: “Laat ik eens wat kunst kijken,” en voordat je het weet, sta je midden in een zaal vol beelden die je als een spiegel een blik terugwerpen.
Geen steen, maar leem
Bij binnenkomst merk je meteen de vloer op: niet van steen of linoleum, maar van leem, die een subtiele geur en geluiden afgeeft als je erover loopt. De sculpturen trekken je vervolgens langzaam dichterbij, niet met opdringerigheid, maar eerder met een stille uitnodiging: “Kom wat dichterbij, ik heb iets bijzonders te delen.” Er zijn geen namen of uitleg; je eigen interpretatie bepaalt wat je ontdekt.
Zo stond ik ineens bij een werk van Esther de Graaf, zonder dat ik wist dat zij het had gemaakt. Het voelde breekbaar en kwetsbaar, bijna alsof het beeld zichzelf aan alles om zich heen vastklampt, maar tegelijkertijd heel open is. Je voelt een soort tederheid, maar ook iets van: “Dit is wie ik ben, zonder opsmuk.” Is dat waar moederschap over gaat? Niet helemaal; het is één van de verhalen die verteld worden.
Een stukje verder stuitte ik op iets wat me deed denken aan mijn eigen huishouden—pantoffels waar stof en haren zich altijd aan vastplakken, hoe vaak je ook schoonmaakt. Het is een werk van Suzanne Plomp. Zonder uitleg, gewoon alleen dat beeld en jouw gedachten erbij. Ze speelt met materialen die onschuldig lijken maar, als je beter kijkt, toch iets te zeggen hebben over de onhandigheid en de eindeloze herhaling die vaak bij het moederschap komt kijken. Alsof ze zegt: “Moederschap is net als die pantoffels: mooi en functioneel, maar het trekt altijd dat extra ‘rommeltje’ aan.”
En dan het strakke en kalme werk van Ellen Yiu. Het zegt: “Kom maar even zitten, rust maar even.” Het heeft iets meditatiefs, waardoor je ineens zelf ook stiller wordt. Het voelt als een pauzemoment in de chaos van het ouderschap—je kent dat wel, als je even een kopje thee voor jezelf kunt inschenken terwijl de kinderen voor een keer zelf spelen.
De subjectiviteit van hedendaagse kunst
Hedendaagse kunst is bijna nooit letterlijk. Het is niet zo dat je naar een beeld kijkt en meteen denkt: “Ah, het stelt precies dát voor.” Nee, vaak zit er een hele wereld aan lagen in zo’n kunstwerk, die je pas ziet als je de tijd neemt. De kunstenaar zet eigenlijk een soort raadsel voor je neer. En het mooie is: er is geen goed of fout antwoord.
Kunst kijken kost oefening en vraagt om gevoeligheid—je doet het niet ‘even’. Het begint al bij de garderobe: met het uittrekken van je jas, laat je ook de drukte van de buitenwereld van je afglijden. Alsof je letterlijk iets achterlaat bij de kapstok, geef je jezelf de ruimte om zonder vooroordelen de wereld van de kunst te betreden.
Jouw blik op een kunstwerk is onderdeel van het werk
Kunst biedt een ervaring die meer is dan kijken alleen; het is een uitnodiging om een thema anders te benaderen, nieuwe perspectieven te ontdekken. De emoties en gedachten die je bij een werk hebt, geven het een extra laag, jouw persoonlijke laag. Daarmee voeg je iets toe aan het werk; jouw eigen verhaal, jouw blik. Zo wordt de ontmoeting met het kunstwerk een uniek moment waarin jij en het werk samenkomen en elkaar verrijken.
Het leuke? Al die verschillende interpretaties en betekenissen die mensen eraan geven, maken het beeld compleet. Dus misschien zie jij er wel iets heel anders in dan ik, en dat is precies de bedoeling!
Al met al was het een museumervaring zonder die bekende bordjes en namen bij elk werk, maar dat maakte het des te leuker. Elk kunstwerk zet aan tot nadenken.